Intro
Wat is kenmerkend voor de God die we door de Bijbelse verhalen leren kennen?
Taal voor God (1)
Wie of wat God in en op zichzelf is, valt niet te zeggen. Wij kunnen Hem niet aan een onderzoek onderwerpen zoals we dat met de dingen om ons heen wel kunnen. Wij kennen God alleen vanuit de verhalen over zijn omgang met mensen.
Taal voor God (2)
Over God op zich, buiten ons denken en onze ervaring om, is niets bekend. Daarover kunnen we niet anders dan zwijgen. Als we toch iets over God zeggen, is het altijd vanuit een gedachte of een ervaring die wij hebben opgedaan.
Afkortingen
Afkortingen Bijbelboeken > Register kolom 2adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
HCat = Heidelbergse Catechismus
HTB = Het Boek
HSV = Herziene Staten Vertaling
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Vertaling van 1951
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van 2021
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
vC = voor Christus